Historie

In de rond honderd jaar dat dit etablissement bestaat hebben zich uiteraard wel veranderingen voltrokken. Generaties de Haan volgden elkaar tot en met 1991 in de directie op. In 1991 nam Marcel Hilhorst de kraam over en  samen met zijn vrouw Wilma vormt hij het gedreven eigenaarsduo. De penetrante geur van brandend talhout, vroeger zo eigen aan de poffertjeskraam, verspreidt de kraam niet meer, nu er met gas gestookt wordt, een verandering waaraan niet te ontkomen was. Wat niet veranderde is de kwaliteit van het gebak, hetzij dit poffertjes of de Hollandse wafels zijn, waar het etablissement zijn goede naam aan te danken heeft en dat nog altijd bereid wordt volgens het aloude recept. Met de vergroting van de kraam hield de uitbreiding van het bakmateriaal gelijke tred. De prachtige wafeloven die in 1890 werd aangeschaft en nog steeds een sieraad voor de inrichting is, levert na 100 jaren, nog altijd de kostelijke geelbruine wafels. 

 

De kraam zelf dateert van omstreeks 1875 toen een voorvader van de huidige exploitant met haar de kermissen ging bezoeken. Zij is de oudste van de weinige nog bestaande poffertjeskramen in ons land. De laatste jaren wordt nog slechts 1 plaats bezocht, nl. Laren N.H. (meer dan 65 jaar). 

Ieder eet op zijn tijd per jaar ettelijke keren poffertjes, maar wie kent de oorsprong van dit gebak en waaraan het zijn naam te danken heeft? Veel is er echter niet over bekend. De poffertjes moeten voor het eerst gebakken zijn omstreeks 1820 op de jaarmarkten en wel door de uit Frankrijk komende wafelkramen. Een bekend verschijnsel op de jaarmarkten was in die tijd het wafelmeisje dat door de kramen gebakken wafels aan de man moest brengen. 

De overlevering wil, dat het poffertje voor het eerst bereid werd door kloosterbewoners in de omgeving van Woerden. Het gebak uit het klooster werd, hoewel de vorm er niet van afweek, echter geen “poffertje” doch “broedertje”genoemd, een naam die in die streek nog altijd in zwang is. De poffertjes moeten ook elders in het land al vroeg burgerrecht hebben verkregen. 

In Friesland was het de gewoonte dat aan de kraamvisite z.g. “kraampoffertjes” werden uitgedeeld. In de provincie Overijssel kende men eveneens de grote traktatie ter gelegenheid van het binnenhalen van de oogst. Het Limburgse Weert, nu bekend om de Weerter beschuitjes, kende de poffer ook als traktatie bij speciale gelegenheden evenals het Zeeuwse Kruiningen dat eveneens een gabak kende dat aan het poffertje herinnerde. Misschien is het poffertje verwant aan de vroeger op het platte land vaak gebakken “pofkoek”, die als middagmaal op tafel kwam en ook wel “Broeder” werd genoemd. Het was een grote ronde bol, gebakken van tarwe- of ook wel boekweitmeel en met veel krenten erin. Voor de pofkoek op tafel kwam werd ze eerst met een saus overgoten, soms ook werd de saus bij wijze van jus opgediend. Wellicht dus dat ons huidige poffertje een nazaat is van de pofkoek, het kan echter ook andersom zijn! Wie zal het zeggen? Maar wat doet de naam ertoe? Smullen kun je ervan!